Kort samengevat: zoek je de exacte koppeling tussen “DN 50”, 2″, “60,3” of “26 × 34”? Dan zit je goed!
We ontrafelen alle eenheden met de officiële maten uit EN 10241 en de BSPT-schroefdraadlengtes (ISO 7-1).
Snel-memo tabel:

1. Waarom dit artikel?
Voor zowel installateurs als doe-het-zelvers spelen drie systemen tegelijk:
- de inch (
″
) – erfenis uit de Angelsaksische wereld; - de DN (nominale diameter) – een gestandaardiseerde “handelsmaat”;
- de echte diameter in millimeter.
Tel daarbij het verschil tussen gelaste en naadloze buis op en de verwarring is compleet. Deze gids is bedoeld voor:
- monteurs die nauwkeurig moeten calculeren;
- inkopers die de juiste “26 × 34 mm verzinkt” willen bestellen;
- makers die een vintage stalen verwarmingssysteem opknappen.
2. Snelle herhaling van de eenheden
- Inch (
″
): 1″ = 25,4 mm, maar in de installatiewereld staat het voor de historische binnendiameter. - DN (Nominale Diameter): afgeronde waarden (8, 10, 15…) die niet gelijk zijn aan de echte diameter – het zijn codes.
- Buitendiameter (OD) / Binnendiameter (ID): de enige maten die je met een schuifmaat kunt meten. OD is vastgelegd in EN 10241; de minimale ID hangt af van wanddikte (2,3 → 4 mm in serie “medium”).
3. Hoofdtabel (DN ↔ inch ↔ mm)
UX-tip: de tabel is sorteerbaar; klik op een kolomkop om te hersorteren.
DN | Inch | “mm” maat (FR) | OD (mm) | min. ID* (mm) | BSP-schroef R L₂ (mm) |
---|---|---|---|---|---|
8 | ¼″ | 8 × 13 | 13,5 | 8,9 | 8,4 |
10 | ⅜″ | 12 × 17 | 17,2 | 12,6 | 9,9 |
15 | ½″ | 15 × 21 | 21,3 | 16,7 | 11,4 |
20 | ¾″ | 20 × 27 | 26,9 | 22,3 | 13,0 |
25 | 1″ | 26 × 34 | 33,7 | 28,5 | 16,3 |
32 | 1¼″ | 33 × 42 | 42,4 | 37,2 | 17,6 |
40 | 1½″ | 40 × 49 | 48,3 | 42,5 | 19,2 |
50 | 2″ | 50 × 60 | 60,3 | 54,5 | 21,4 |
65 | 2½″ | 66 × 76 | 76,1 | 69,7 | 25,7 |
80 | 3″ | 80 × 90 | 88,9 | 81,7 | 26,4 |
100 | 4″ | 102 × 114 | 114,3 | 106,3 | 28,9 |
*min. ID berekend met minimale wanddikte EN 10241 (2,3 → 4 mm).
4. Hoe lees je een aanduiding “26 × 34 mm”?
Ezelsbrug: in Franse notaties “15 × 21”, “20 × 27”, “26 × 34”…
- is het eerste getal ≈ historische binnendiameter;
- is het tweede getal ≈ buitendiameter van de BSPT-schroefdraad.
Waarde | Betekenis | EN 10241-maat |
---|---|---|
26 mm | historische ID (voor wanddikte) | min. ID ≈ 28,5 mm bij DN 25 |
34 mm | OD van BSPT-schroefdraad | echte OD = 33,7 mm |
🧩 Conclusie: “26 × 34 mm” ⇢ DN 25 / 1″

De waarden “26” en “34” zijn afgerond en worden op de bouwplaats gebruikt voor snelle identificatie. Voor berekeningen altijd de exacte normwaarden raadplegen.
5. BSPT-schroefdraad (R): de ruggengraat van stalen leidingen
Inch | DN | Coniciteit | Hoek | Schroeflengte L₂ (mm) |
---|---|---|---|---|
¼″ | 8 | 1:16 | 55° | 8,4 |
⅜″ | 10 | 9,9 | ||
½″ | 15 | 11,4 | ||
¾″ | 20 | 13,0 | ||
1″ | 25 | 16,3 | ||
1¼″ | 32 | 17,6 | ||
1½″ | 40 | 19,2 | ||
2″ | 50 | 21,4 | ||
2½″ | 65 | 25,7 | ||
3″ | 80 | 26,4 | ||
4″ | 100 | 28,9 |
Kant-en-klare schroefbuizen nodig? Bekijk onze voorgesneden verzinkte buizen ↗.
*Uittreksel ISO 7-1. Afdichten met vlas + pasta of PTFE-tape.
Alle maatcontroles vind je in de essentiële EN 10241-gids ↗.
6. Gelaste buis vs naadloze buis: wat is het verschil?
Gelaste buis: bandstaal wordt rondgezet en in de lengterichting gelast (ERW). De lasnaad is zichtbaar bij tegenlicht of onder de microscoop.
- Pluspunten: lage prijs, ruim verkrijgbaar, zuivere rechte zaagsnede.
- Minpunten: drukklasse ca. 20 % lager bij gelijke DN; nabewerken/nieuw schroefdraad enkel in het eerste derde deel aangeraden.
Naadloze buis: warm afgewerkt (HFS) of geëxtrudeerd.
- Pluspunten: hogere druk- en buigsterkte, geen warmte-beïnvloede zone.
- Minpunten: 15-25 % duurder; lichte ovaliteit vergt kalibreren vóór het schroeven.
Hoe herken je het? Facet een uiteinde: zie je een klein rupsje of gelaagd metaal → gelast. Bij verzinkt zie je vaak een glanzender zink-spoor op de las.
7. Typische toepassingen en aanbevolen max. debiet
Referentie: koud water 15 °C, drukverlies ≤ 250 Pa / m.
DN | Inch | Max. debiet (L / min) | Veelvoorkomende toepassingen |
---|---|---|---|
15 | ½″ | 35 | Huishoudelijke tappunten, perslucht 8 bar |
20 | ¾″ | 60 | CV-wandketelkringen, warmwatercirculatie |
25 | 1″ | 100 | Brandslanghaspels, stoomringleiding |
32 | 1¼″ | 180 | Primair verdeelstuk stookruimte |
40 | 1½″ | 280 | Proceslucht, lichte stookolie |
50 | 2″ | 450 | Industriële koelleidingen |
8. FAQ – kruistabellen & technische vragen
¼″ — DN 8 — 8 × 13 mm
- Hoeveel mm is ¼″?
- ¼″ = 8 × 13 mm.
- Welke DN hoort bij ¼″?
- ¼″ = DN 8.
- 8 × 13 mm is hoeveel inch?
- 8 × 13 mm = ¼″.
- 8 × 13 mm komt overeen met welke DN?
- 8 × 13 mm = DN 8.
- DN 8 is hoeveel mm?
- DN 8 = 8 × 13 mm.
- DN 8 is hoeveel inch?
- DN 8 = ¼″.
⅜″ — DN 10 — 12 × 17 mm
- Hoeveel mm is ⅜″?
- ⅜″ = 12 × 17 mm.
- Welke DN hoort bij ⅜″?
- ⅜″ = DN 10.
- 12 × 17 mm is hoeveel inch?
- 12 × 17 mm = ⅜″.
- 12 × 17 mm komt overeen met welke DN?
- 12 × 17 mm = DN 10.
- DN 10 is hoeveel mm?
- DN 10 = 12 × 17 mm.
- DN 10 is hoeveel inch?
- DN 10 = ⅜″.
½″ — DN 15 — 15 × 21 mm
- Hoeveel mm is ½″?
- ½″ = 15 × 21 mm.
- Welke DN hoort bij ½″?
- ½″ = DN 15.
- 15 × 21 mm is hoeveel inch?
- 15 × 21 mm = ½″.
- 15 × 21 mm komt overeen met welke DN?
- 15 × 21 mm = DN 15.
- DN 15 is hoeveel mm?
- DN 15 = 15 × 21 mm.
- DN 15 is hoeveel inch?
- DN 15 = ½″.
¾″ — DN 20 — 20 × 27 mm
- Hoeveel mm is ¾″?
- ¾″ = 20 × 27 mm.
- Welke DN hoort bij ¾″?
- ¾″ = DN 20.
- 20 × 27 mm is hoeveel inch?
- 20 × 27 mm = ¾″.
- 20 × 27 mm komt overeen met welke DN?
- 20 × 27 mm = DN 20.
- DN 20 is hoeveel mm?
- DN 20 = 20 × 27 mm.
- DN 20 is hoeveel inch?
- DN 20 = ¾″.
1″ — DN 25 — 26 × 34 mm
- Hoeveel mm is 1″?
- 1″ = 26 × 34 mm.
- Welke DN hoort bij 1″?
- 1″ = DN 25.
- 26 × 34 mm is hoeveel inch?
- 26 × 34 mm = 1″.
- 26 × 34 mm komt overeen met welke DN?
- 26 × 34 mm = DN 25.
- DN 25 is hoeveel mm?
- DN 25 = 26 × 34 mm.
- DN 25 is hoeveel inch?
- DN 25 = 1″.
Technische vragen
- Minimale wanddikte voor DN 25?
- 3,2 mm (medium serie EN 10241).
- Bestaat er een BSP-draad voor DN 65?
- Ja, conische draad R 2½″ (ISO 7-1) past op DN 65.
- Welke druk houdt een gelaste DN 50-buis?
- PN 25 (≈ 25 bar) bij 120 °C volgens EN 10255 M.
- Hoe zie ik het verschil gelast/naadloos?
- Gelast heeft een laslijn; naadloos is homogeen.
- DN 50: max. waterdebiet?
- ≈ 450 L/min bij 2 m/s stroomsnelheid.
- Vlas of PTFE als afdichting?
- Vlas + pasta voor > 1″; PTFE-tape voor ≤ 1″.
- Kan ik een bestaande verzinkte buis nasnijden?
- Ja, maar spuit koud-zink op het kale staal.
- Aanhaalmoment ¾″ BSPT?
- ± 90 N·m (afhankelijk van smering).
- Moet zink weg vóór lassen?
- Ja, ± 30 mm strippen om giftige dampen te voorkomen.
- Hoe diep tappen in een DN 40-wartel?
- ≈ 19 mm (maat L₂ ISO 7-1).
9. Montage-tips
- Aanhaalmoment: start op 70 % van max. en draai ¼ slag extra bij lekkage.
- Zaagtolerantie: ± 1 mm (DN ≤ 40), ± 2 mm daarboven.
- Controle: schroefring, kleurpenetrant of endoscoop bij DN ≥ 80.
10. Conclusie & volgende stappen
Je beheerst nu DN-inch conversies en lekvrije montage. Verder gaan?
- Bestel montageklare lengtes in onze voorgesneden verzinkte buizen ↗.
- Lees de EN 10241 / ISO 7-1 gids ↗ voor alle aanhaalmomenten.